<-- Hier vergaderen de leden van de Tweede Kamer. Alle inwoners van Nederland hebben stemrechten om te stemmen op leden van de Tweede Kamer. Iedereen beslist mee over wie Nederland gaat regeren.  Met alle stemmen kun je als partij zetels verdienen. Hoe meer stemmen gegeven worden aan een partij hoe meer zetels je kan verdienen. Je kunt het een soort van vergelijken met werken, hoe meer je werkt hoe meer geld je kan verdienen, zo werkt het in de Tweede Kamer ook, maar dan met zetels.

In de Tweede Kamer zijn er 150 zetels, die zetels worden verdeeld over 16 politieke partijen. Als partijen dus veel stemmer krijgt, heb je meer zetels verdient. Als partijen weinig stemmen krijgen, krijgen ze weinig of geen zetels. Iemand die in zo’n zetel zit namens een partij, noem je een kamerlid. Een kamerlid beslist mee over de wetten die in Nederland worden gemaakt. Na de verkiezingen is duidelijk wie er in de Tweede Kamer komt. Nu moet nog beslist worden wie er in de regering komen. De partijen die dat willen moeten de helft van de zetels van de Tweede Kamer hebben, plus een extra. Vaak lukt het een partij niet om het in zijn eentje 76 zetels te verdienen, daarom doen de partijen het samen.

De partijen die in de regering zitten mogen ook de ministers aanwijzen. Die hebben allemaal een paar zaken waar de regering voor moet zorgen. Zo is er een minister voor onderwijs, een minister voor buitenlandse zaken, een minister die voor het geld zorgt… De minister-president is de belangrijkste minister. Hij zorgt ervoor dat alle ministers hun werk goed doen.